Inleiding
De voorouders van de huishond moesten al jagend hun voedsel bemachtigen; er gingen soms dagen voorbij dat ze niet aten. Daarbij hadden ze vaste eetgewoonten: eerst aten ze de ingewanden met de inhoud van maag en darmen op en pas daarna de spieren en botten. Onbewust zorgden ze zo voor een evenwichtig menu. Nu de zorg voor de hond aan ons is toevertrouwd, behoren wij ook een volledige, vergelijkbare voeding aan te bieden. Bedenk hierbij dat maaltijden echte hoogtepunten zijn in een dierenleven.
Hieronder een overzicht van de verschillende typen voeders:
Er zijn vier manieren om te voeren:
A. Volledig (compleet) voer
B. Zelf klaargemaakt voer
C. Combinatie van A en B
D. Vers Vlees
A. Volledig hondenvoer
Een volledig hondenvoer moet alles bevatten wat een hond nodig heeft. Het is speciaal voor dit dier samengesteld. Op de verpakking staat vermeld dat het een compleet voer is en daarbij wordt ook de samenstelling genoemd. Let bij een volledig voer altijd op de houdbaarheids- en/of fabricagedatum. Brokken in alle kleuren van de regenboog hebben geen toegevoegde waarde en bevatten tevens toegevoegde kleurstoffen. Kies een merk en blijf hierbij, zolang er zich geen problemen voordoen. Droge brokken zijn ook beter voor het gebit van uw hond.
Het is niet nodig om naast volledig voer ook nog vlees, pens, brood of iets dergelijks bij te geven (mag natuurlijk wel eens af en toe) en het is zelfs fout om mineralen, met name kalk, of vitaminen toe te voegen. Beschouw 'tafelrestjes' als lekkernij of als smaakmaker bij volledig droogvoer, maar niet als volledige voeding.
Volledig hondenvoer is verkrijgbaar in vier vormen:
• Droogvoer. Dit bevat ongeveer 10% vocht en bevordert zo de houdbaarheid. Echter, dit betekent ook dat uw hond er meer water bij zal drinken. Droogvoer wordt verder onderscheiden in brokken en diners, welke met water of bouillon moeten worden aangemaakt. Enkele voordelen van brokken zijn dat ze constant van samenstelling zijn, gemakkelijk te voeren en te bewaren zijn en zowel droog als met wat bouillon vermengd gegeten kunnen worden.
• Half vochtig voer. Dit bevat zo'n 35% vocht. Het wordt verkocht als 'tartaar' en wordt aangeboden in een pasteuze vorm.
• Nat voer. Dit is blikvoer en bevat ongeveer 80% vocht. Het is in veel smaken verkrijgbaar, maar relatief duur. Aangebroken is het beperkt houdbaar en het mag niet koud worden geserveerd. Dit betekent dat u het op tijd uit de koelkast dient te zetten, alvorens u het aan uw huisdier aanbiedt.
• Diepvriesvoer moet eerst op kamertemperatuur worden gebracht. Lees op de verpakking of het ook werkelijk een volledig voer is, want dat is niet altijd het geval!
B. Zelf klaargemaakt voer
Het is niet eenvoudig om zelf een volledig dieetplan samen te stellen voor uw hond. U weet immers vaak niet hoeveel eiwit, vet, koolhydraten, vitaminen, etc. de gebruikte voedingsmiddelen bevatten. Daardoor bestaat er een kans op overmaat of tekorten aan bepaalde voedingsstoffen. Variatie in de keuze van de voedingsmiddelen vermindert de kans op fouten. U kunt zelf een maaltijd samenstellen met de volgende voedingsmiddelen:
• Eiwitten, zoals spiervlees of hart, zowel vers als diepvries, van rund, varken, schaap, kip, wild of gevogelte. Ook kunt u organen (nieren, lever, pens, boekmaag, uier) van deze dieren gebruiken. Graadloze, gekookte vis, gekookte eieren, melk, kaas, yoghurt en karnemelk zijn geschikte eiwitbronnen.
In verband met de hygiëne worden vlees en organen bij voorkeur gekookt gegeven, zeker van het varken!! Het kookvocht is zeer geschikt om als smaakmaker te gebruiken. Bovendien bevat het nuttige voedingsstoffen voor uw hond. Let op, het voeren van organen kan wel wat diarree veroorzaken!
• Vetten. Dierlijke vetten zijn meestal al in voldoende mate aanwezig in één van bovengenoemde voedingsmiddelen. Pas op met vet, zeker wanneer uw hond al wat last heeft van overgewicht! Ook plantaardige vetten, zoals margarine, maïs-, olijf- en zonnebloemolie, mogen niet in het dieet ontbreken.
• Koolhydraten, zoals in brood, beschuit, pap, maïs(vlokken), rijst, macaroni en spaghetti en natuurlijk aardappelen en bonen. Door laatstgenoemde producten te koken, wordt het aanwezige zetmeel 'ontsloten'. Hierdoor, eventueel in combinatie met fijnmalen, worden deze voedingsstoffen nog beter door de darmen opgenomen.
• Voedingsvezels zitten in groenten (sla, andijvie, spinazie, worteltjes, boontjes en fruit). Groenten hebben slechts een geringe voedingswaarde. Gekookt worden ze beter, maar nog altijd matig verteerd. Ze zijn echter noodzakelijk voor een goede darmwerking.
• Mineralen, vitaminen en sporenelementen. Mengsels van mineralen (kalk) en vitaminen zijn in vele samenstellingen en vormen verkrijgbaar en zijn onmisbaar in de voeding van uw hond. Houdt u echter aan de op de verpakking aangegeven hoeveelheid. Teveel geven is namelijk niet ongevaarlijk! Gebruik geen vitaminedruppels voor menselijk gebruik, omdat hiervan makkelijk te veel kan worden gegeven. Gebruik ook de zogenaamde 'vitaminesnoepjes' met mate.
Voeding hoeft niet zoutloos of zoutarm te zijn, maar extra zout toevoegen is doorgaans niet nodig.
C. Een combinatie van zelf klaargemaakt voer en volledig hondenvoer
Ook op deze manier kunt u verantwoord voeren. Bedenk echter wel dat u dit in de juiste verhoudingen moet doen: tenminste 50% als half-vochtig dan wel droogvoer of 60-75% als volledig nat voer.
Bij bovengenoemde percentages is het overbodig om extra mineralen-vitaminenmengsels toe te voegen. Dit is wel aan te raden wanneer u minder van de genoemde voeders geeft en meer zelf klaargemaakt voer.
D. Vers vlees
De meningen over vers (rauw) vlees voeding zijn erg verdeeld: van grote voorstanders die geloven dat het een oplossing is voor vele problemen tot felle tegenstanders. Maar wat is nou allemaal waar van deze meningen. Iedereen wil toch het beste voor zijn dier?
Steeds meer hondeneigenaren voeren hun dieren i.p.v. de traditionele brok, vers (rauw) vlees. Het is een landelijke trend aan het worden. Het voeren van rauw vlees kan wel, maar er zijn wel serieuze risico’s aan verbonden voor mens én dier op het gebied van voedselveiligheid, volks- en diergezondheid.
Waarom voeren hondeneigenaren dan toch vers vlees? Veelal is de rede dat het aanvoelt als een meer “natuurlijke” manier van voeren, dat het minder maag-darm problemen zou geven en zou leiden tot een beter gebit en een mooiere vacht. Helaas is er tot op heden nog geen wetenschappelijk bewijs gevonden voor deze individuele beweringen.
Drinken
Naast alle voeders hoort vers water ten alle tijden beschikbaar te zijn voor uw huisdier. Als smaakmaker over droogvoer kan eventueel bouillon van vlees, vis of blokjes worden gegeven. Ook groente-nat, wat vaak mineralen en vitaminen bevat, mag worden gebruikt. Melk is een voedingsmiddel en geen vervanger van water. Een beetje melk door het drinkwater kan de smaak en daarmee de opname ervan verbeteren, maar bij een overmaat hieraan kan dit diarree tot gevolg hebben.
Hoeveel voeren?
Er bestaan grote verschillen in voedselbehoefte naar gelang het ras, de grootte, de leeftijd, de geaardheid, de huisvesting, de eventuele prestaties en de mate van beweging die het dier krijgt. Ook is het belangrijk of een teef drachtig is of pups moet voeden (zie verderop). De ene hond is nou eenmaal de ander niet en de één heeft nu eenmaal een groter energieverbruik dan de ander.
Op de verpakking van de meeste volledige hondenvoeders staat een richtlijn vermeld, die meestal is afgestemd op het gewicht van de hond.
Door uw hond en de hoeveelheid voer regelmatig te wegen kunt u controleren of vraag en aanbod voldoende op elkaar zijn afgestemd. De voedingstoestand van uw hond beoordeelt u aan de ribben: die moeten bij de meeste rassen minimaal zichtbaar of makkelijk te voelen zijn.
Hoe vaak voeren?
Geef kleine en middelgrote volwassen honden 1-2 x per dag te eten. Grote honden moeten tenminste 2 x per dag worden gevoerd om zo de kans op een maagkanteling te verkleinen.
Jonge honden zijn gulzig en schrokken vaak. Om overbelasting van maag en darmen te voorkomen, worden vaker per dag kleine hoeveelheden gevoerd: tot 3 maanden zo'n 5-3 x daags, van 3-8 maanden 3 x daags en na 8 maanden zoals hierboven beschreven.
Voeding van drachtige en zogende honden
Uw drachtige of zogende teef heeft geen speciale voeding nodig. U kunt dus hetzelfde voer blijven verstrekken, maar wel méér, omdat de totale behoefte toeneemt. Het is wel gewenst om bij een zelf klaargemaakte maaltijd een mineralen/vitaminen mengsel toe te voegen en verhoudingsgewijs ook bij een gedeeltelijk zelf klaargemaakt voer.
Gedurende de eerste drie weken van de dracht verandert er weinig aan de voedingsbehoefte van uw teef. Na de derde week neemt de voedingsbehoefte geleidelijk toe tot anderhalf maal de normale hoeveelheid. Tijdens de zoogperiode, als de pups tenminste twee weken oud zijn, kan de behoefte wel drie maal de norm toenemen.
Tenslotte
• Buffelhuidkluiven of een groot bot (bv. een schenkel) zijn, mits enkele uren gekookt en daardoor keihard, goed voor het gebit.
• Sommige honden worden na castratie of sterilisatie (te) dik door verminderde activiteit en een wat toegenomen eetlust. Geef daarom na een dergelijke ingreep uw hond ong. 10% minder voer om overgewicht te voorkomen..
• Is uw hond reeds te zwaar, verminder dan het dagmenu met 25% en geef beslist niets tussendoor. Geef meer beweging en controleer het gewicht om de 14 dagen. Ook een speciaal vermageringsdieet, verkrijgbaar aan de balie, kan in dit geval uitkomst bieden. Als uw hond gewend is lekkere tussendoortjes te krijgen, probeer deze dan te vervangen door stukjes fruit, wortel of komkommer.
• Merkt u geregeld een te dunne ontlasting op, zonder dat de hond ziek is, probeer dan een ander type voeding.
Heeft u vragen wat betreft de voeding van uw hond, bij Sweenslag Dierenkliniek kunt u altijd terecht voor een goed advies op voedingsgebied.
Ook hebben wij van de merken Hill's en Trovet altijd GRATIS proefzakjes ter beschikking!!